Politiechef: 'We gaan door tot Noordwijk veilig is'

In de raadsvergadering werd uitgebreid gesproken over de landelijke commotie over Boerenburg. En over noodzaak van de in het leven geroepen noodverordening. Die volgens de politie noodzakelijk was om grip te krijgen op de groep raddraaiers.

De burgemeester, als verantwoordelijk portefeuillehouder, verklaarde zichtbaar tevreden dat de genomen maatregel effect had gehad. Maar hij verklaarde ook dat het nu aan de wijkbewoners is om oplossingen aan te dragen voor de heersende problemen in de wijk. Daartoe zal woensdag een wijkavond worden georganiseerd waarbij diversen groepen worden uitgenodigd om mee te praten. Hij gaf politiechef Henk Woppenkamp de gelegenheid om zelf aan de gemeenteraad het optreden van de politie uit te leggen.

Woppenkamp hield de raadsleden het voorbeeld voor van Gouda, waar hij persoonlijk verantwoordelijk is geweest voor het terugdringen van de overlast. Hij schetste een beeld van een machteloze lokale overheid aldaar. Omdat het uitblijven van streng optreden, de hangjongeren in Gouda juist macht had verstrekt. Hij roemde daarom het optreden van burgemeester Rijpstra die met de noodverordening daadkrachtig ingrijpen door de politie had gefaciliteerd. Daarna werd er, met steun van rechercheurs uit Leiden, gezocht naar de daders van de brandstichtingen. Waarbij er wel een beeld is duidelijk geworden maar helaas geen concrete bewijzen werden verzameld en er dus geen arrestaties konden worden verricht. Zoals men mag verwachten is de groep raddraaiers wel bekend bij de politie. Maar zonder wettelijk bewijs is het juridisch onmogelijk hen langer vast te houden dan 24 uur.

Volgens de politiechef is het rondom het Rederijkersplein nu wel beheersbaar. Woppenkamp: 'Het is nu zaak in goed contact te komen met deze jongeren. Om daarna de vrede met hen te tekenen'. En ook :'We gaan door tot Noordwijk veilig is'.
Op antwoorden na vragen vanuit de gemeenteraad werd duidelijk dat het bepaald niet alleen gaat om mensen uit de Marokkaanse gemeenschap zoals eerder werd gezegd. Maar Woppenkamp sprak ook van Syriërs, Russen en Hollandse jongens, enkelen uit Noordwijk maar bijvoorbeeld ook uit Leiden.
Er is een aantal jong volwassenen bij dat kennelijk hier al jaren actief is. De veroorzaakte schade kan pas op daders worden verhaald wanneer ze schuldig zijn bevonden. Op de vraag: 'Had dit nu niet anders gekund dan met deze maatregel die landelijke commotie veroorzaakte', kwam een ontkennend antwoord. En op de vraag hoe het nu toch zover had kunnen komen: 'Het ging van kwaad tot erger'.

Geïrriteerd

Buurtbewoners bevestigden dit laatste maar kijken wel verwijtend naar de politiek. Geïrriteerd wordt opgemerkt dat geen enkel raadslid de moed had om ook het eigen functioneren aan de orde te stellen. Want al vele jaren geleden werd dit probleem aangekaart na het ingooien van een ruit. En op klachten van bewoners bleef adequaat optreden van de politie toen uit. Klagen werd als zeuren afgeschilderd. En de Noordwijkse politiek koos voor het inzetten van de softe sector. Waarbij jongerenwerkers de kastanjes uit het vuur mochten halen.
Het verwijt dat er vaak veel zwerfvuil en huisraad in de wijk aanwezig is mag volgens een informant zeker niet op de bewoners worden afgewenteld en als asociaal gedrag worden betiteld. De gemeente heeft daarbij een belangrijke taak en men mist ook op dit gebied structureel beleid. Men vindt dat het zowel bij gemeente als de woningenverhuurder NWS aan goede voorlichting en sanctiebeleid schort.
Tot zondag 17 juni bleef de noodverordening van kracht. Wat echter niet betekent dat de politie zich weer terug trekt. Extra surveillance en krachtig opgetreden zal voorlopig nog nodig zij. De oproep van de politiechef aan de gemeenteraad, om zich achter de politie op te stellen, was niet te vergeefs. Unaniem werd het instellen van de noodverordening door de raad bekrachtigd.