Afbeelding
Foto:

Het Sanatorium van Dr. Oldenboom

Elke maand stelt Kees Verweij voor het Genootschap Oud Noordwijk een stukje samen over oud en nieuw Noordwijk onder de naam Van Dam tot Wurft.

In het Museum Noordwijk is nog tot en met 6 maart de expositie Siem van den Hoonaard, eigenzinnige kunstedelsmid, eindelijk in beeld, te zien.

Het zal waarschijnlijk weinigen bekend zijn dat er binnen onze gemeente een heus sanatorium geweest is. Dit sanatorium heeft overigens maar korte tijd bestaan. Het werd gesticht in 1905, maar werd al in 1911 opgeheven. De stichter, Dr. J.H. Oldenboom was een Amsterdamse arts, die op zoek was naar een geschikte locatie om er een sanatorium te vestigen. Op dat moment stond het landhuis Zandhorst aan de Gooweg en de omliggende gronden te koop. Dr. Oldenboom vond deze locatie uitermate geschikt voor zijn plannen. Hij liet er geen gras over groeien, kocht het landhuis en het gehele terrein en opende al op 1 mei 1905 zijn sanatorium. Hij richtte zich vooral op patiënten, die "rust voor hunne zenuwen behoeven”. Hij dacht daarbij aan patiënten, die aan reumatiek lijden en die door een lichte graad van tuberculose zijn aangetast. Het uitgangspunt was de natuurgeneeswijze die destijds vooral in Duitsland heel populair was. In de handboeken over de natuurgeneeswijze van Bilz staat deze vorm van medicatie uitgebreid beschreven. Vooral koudwaterbaden en leembaden waren bij hem zeer in trek. Verder omschreef hij het succes van zijn natuurgeneeswijze als volgt: "Na de behandeling kent men geen somberheid meer, overheerst een stemming van opgewektheid en levenslust en een openhartige blijheid van aanstekelijke gemoedsvreugd."

In het voormalige koetshuis kon men verschillende soorten baden nemen, waaronder stoombaden. Verder stonden daar verschillende toestellen voor conditietraining. Ook buiten kon men verschillende soorten baden nemen. Hieronder vielen ook zonne- en zandbaden. Over het gehele terrein stonden gebouwtjes, die een overnachtingsmogelijkheid boden en overdag als een soort lighal benut konden worden. Zo raakte men gewend aan een verblijf in de buitenlucht. Mannen werden strikt gescheiden van vrouwen door middel van schuttingen, die op het gehele terrein opgesteld stonden. In het hoofdgebouw, het vroegere landhuis Zandhorst, dat overigens in 1986 geheel afbrandde, was een keuken, een grote eetzaal en een conversatiezaal met uitzicht op de Sparrenlaan aan de overkant "om de patiënten rustig en blijde te stemmen”. Er werd geen vlees gegeten en geen alcohol gedronken. Vrij spoedig na de opening had Dr. Oldenboom plannen om het sanatorium flink uit te breiden. Er was veel belangstelling en soms waren er meer dan 70 patiënten tegelijk aanwezig. Een van de bekendste patiënten was Domela Nieuwenhuis, de bekende socialistische vakbondsleider rond 1900. De meeste patiënten kwamen uit een goed milieu, want het sanatorium was bepaald niet goedkoop. Voor de uitbreiding van zijn sanatorium zocht Dr. Oldenboom contact met de bekende architect De Bazel. De samenwerking verliep moeizaam en er is verder ook niet zoveel van de grond gekomen. Er werden weliswaar verschillende bouwprojecten op papier gezet, maar zij waren niet geheel in overeenstemming met de richtlijnen van de gemeente. Dit zou een van de redenen zijn, waarom Dr. Oldenboom in 1910 aankondigde zijn sanatorium tijdelijk te sluiten. Verder had hij zijn praktijk in Amsterdam aangehouden en deze praktijk in combinatie met het sanatorium zou voor hem te veel geworden zijn. In 1911 kondigde hij aan het sanatorium definitief te sluiten, waarna opstallen en inboedel openbaar geveild werden.

Afbeelding