Gezeik

Dat waren de woorden van bollen-voorman, wie anders, Simon Pennings. Getergd als hij is wanneer steeds, vlak na de bloeitijd van de bollen, de eerste aanvallen weer komen op de Bollenstreek. Het Pact van Teylingen, uit 1996, is opgericht ter bescherming van het minimale areaal van 2625 ha teeltgebied. Ge-

stoeld op 625 ha hyacinten-wisselteelt. Dat is nog steeds bijna de helft van het landelijk areaal. Nu de bollengemeenten zich warm lopen voor de herijking van die afspraken ter bescherming van de Streek, is oplettendheid meer dan gewenst. In het Leids Dagblad van 26 nov. worden alle argumenten nog eens duidelijk voor het voetlicht gebracht. Ik kan ze alleen maar opsommen. Allereerst het unieke van de Streek, waardig om op de Unesco-lijst te komen van Immaterieel Erfgoed; noodzakelijk voor de teelt van hyacinten; grote trekpleister van het voorjaarstoerisme; van groot belang voor het Holland-Imago; een groot deel van de bollenhandel is hier gevestigd en sterk met de inwoners verweven.

Goede tegenargumenten om de Streek vol te bouwen, zijn er eigenlijk niet. Natuurlijk is er ook hier woningnood. Noordwijk laat zien dat er met vernuftig denken toch de nodige ruimte gevonden kan worden. Voorhout zwemt in de mogelijkheden van het omliggend open gebied. Vergeet ook Valkenburg niet: het zit er aan te komen! Misschien wat flauw, het is al meer gezegd: land jongt niet, er komt niets meer bij. Vergeet niet dat we bij de sluiting van het Pact een grote tegemoetkoming hebben gedaan, 80 ha eerste klas hyacintengrond werd in Wassenaar opgeofferd voor natuur: een paar Hooglanders en verder heel veel helmgras! Hopelijk vinden de gloedvolle woorden van Simon Pennings breed gehoor. Ten slotte moet er voor alle jonge bollenjongens en die zijn er genoeg, óók een toekomst overblijven!        Aad van Ruiten