Afbeelding
Foto:

Boos?

Vooruitlopend op nieuwe richtlijnen van het kabinet pakken veel mensen op waar ze mee bezig waren voor de uitbraak van het virus: boos zijn.


Naast de spreekwoordelijke properheid der Nederlandse huisvrouwen en onze al even fameuze zuinigheid en koopmansgeest, is boosheid het handelsmerk van de Nederlander. Een columniste uit haar boosheid veilig vanachter haar pc, met een verwijzing naar dor hout dat opgeruimd moet worden. Let wel: met dor hout bedoelt ze levende mensen. Een ander is boos dat het nog geen business is as usual, omdat hij vreest uit de Quote Top 500 te vallen. Clubs uit het betaalde voetbal zijn boos omdat ze niet promoveren/geen Europees voetbal mogen spelen (doorhalen wat niet van toepassing is) en stappen naar de rechter. Andere clubs degraderen niet; zij kunnen zich boosheid en een gang naar de rechter besparen. Die rechter krijgt het trouwens druk: ook de boeren gaan erheen, want zij zijn boos om de voortgang van het stikstofbeleid van de overheid. Milieuorganisaties stappen naar (dezelfde?) rechter: zij zijn boos dat de voortgang niet voortvarend genoeg is. Een psycholoog doet van zich spreken, omdat hij vindt dat al die boosheid er nu maar eens uit moet komen, en spoort ons aan om toch vooral in opstand te komen. Welja, allemaal boos naar de rechter of naar het Malieveld. De corona-crisis roept naast veel moois ook veel minder mooie dingen tevoorschijn. Ze legt in ieder geval bloot waar we aan lijden: het ik-wil-mijn-zin-krijgen-virus. Gedurende de afgelopen 60 jaar hebben miljoenen Nederlanders het geloof achter zich gelaten, mede omdat de god die zij voor ogen hadden niet in hun particuliere behoeften voorzag.

Dat konden ze zelf beter. Nu verwachten ze een bijna goddelijke interventie van de overheid: die moet het ons allemaal particulier naar de zin maken. Een dwaas verlangen. Maar ik snap die boosheid. Er schuilt angst achter, onzekerheid, beduchtheid voor financiële rampspoed. Daar moeten we beslist oog voor hebben. Maar mag het iets minder boos? Ieder voor zich komen we hier nooit uit…


egbertvanderweide