Afbeelding
Foto:

Groenteveiling De Eendracht te Noordwijkerhout

In de tweede helft van de negentiende eeuw kwam in onze streek de bollenteelt geleidelijk op gang. Volgens Dirk de Boer stond er in 1860 in Noordwijkerhout nog niemand te boek als tuinder. Voor die tijd was de belangrijkste bron van inkomsten voor het platteland het houden van vee. Verder werd er groenten geteeld.

Rond 1900 werd er duin afgegraven ("afgezand") en weiland geschikt gemaakt voor tuinbouw ("scheuren"). In Noordwijkerhout ging het vooral om sperziebonen ("herenbonen"), erwten en later ook aardbeien. De producten werden per schip, per paard en wagen en spoor vervoerd naar steden als Leiden en Amsterdam. Onder het motto "samen sterk" werden tuindersverenigingen op gericht, zoals in Halfweg (Lisse) "De Eendracht" en in Noordwijkerhout "De Eensgezindheid" (1910).

Er waren ook veel halftuinders, bijv. bollenkwekers, die een deel van hun land braak lieten liggen vanwege teeltwisseling en dan of zelf groenten gingen telen of hun land verhuurden aan groentetelers.

In de Eerste Wereldoorlog kwam daarbij dat de bollenexport sterk terugviel en de prijzen van groenten beter waren. Vooral vanuit Duitsland was er een grote vraag naar voedsel. Dus gingen veel bollenkwekers, al dan niet georganiseerd (CODRO), over op het telen van groente.

Tijdens de periode tussen de beide wereldoorlogen waren de groenteprijzen weer lager, de bollenexport ging beter en er werden weer meer bollen geteeld. Dit maakte het nodig dat de eerdergenoemde tuindersverenigingen een fusie aangingen, onder de naam "De Eendracht". Het doel van de vereniging was: het houden van veilingen ter bevordering van de afzet van tuinbouwproducten van haar leden. De veiling werd gevestigd in Noordwijkerhout, aan de Leidsevaart, dicht bij Piet Gijzenbrug. Noordwijkerhouters die destijds actief in het bestuur waren, waren o.a. Koos de Groot, Piet Warmerdam, Engel Oostdam Hzn, Nardus van Noort, Manus Geerlings Gzn en Lau Heemskerk. In 1939 had de veiling een omzet van meer dan 88.000 gulden en waren de verwachtingen voor 1940 gunstig. Er werd besloten over te gaan op de aankoop van de grond van de veiling.

Ook tijdens de Tweede Wereldoorlog waren de groenteprijzen goed. Na 1945 ging men weer over op de bollen en de bloementeelt. Deze maakten een grote ontwikkeling door. De vraag naar groente zakte weer in. Het arsenaal aan telers nam af. In 1950, bij het veertigjarig bestaan van de veiling, waarschuwde het bestuur dat de tuinders zich niet blind moesten staren op de bloembollen, vanwege de conjunctuur gevoeligheid ervan. In hun ogen moest er plaats blijven voor groententeelt. Deze wens bleek niet vervuld te worden. In 1955 was de aanvoer van groenten voor de veiling zodanig afgenomen dat besloten werd om de veilingen te stoppen. De overblijvende groentetelers weken uit naar de veiling in Katwijk.

Pas in 1973 werd "de Eendracht" formeel ontbonden. Na gesteggel werden de gebouwen en terreinen verkocht en de baten verdeeld onder de leden.