R.K. school ‘De Voorzienigheid’. | Foto: Sylvia Steenbakkers.
R.K. school ‘De Voorzienigheid’. | Foto: Sylvia Steenbakkers. Foto: Sylvia Steenbakkers

Vaccineren

Het vaccineren van kinderen leidt momenteel in den lande tot heftige discussies. Dat is zestig jaar geleden wel anders. Collectief met de hele klas naar het consultatiebureau aan de Herenweg waar de prik gegeven wordt. Geen hulpouders mee, gewoon alleen met de juf. Deze juf, Mien de Klerk- van den Berg, van 'De Voorzienigheid' aan de Kerkstraat, heeft hierover in haar dagboek het onderstaande geschreven. Voor alle duidelijkheid: haar man is Adriaan de Klerk, banketbakker aan de Dorpstraat en vooral bekend van zijn overheerlijke ijs. Harry is hun jongste zoon en zit dan op de St. Jozef jongensschool.

Vrijdag 21 oktober 1960: Naar de prik

Met mijn 49 kinderen gingen we op stap naar het consultatiebureau, dat een half uur lopen besloeg. Voor alle zekerheid had ik gemakkelijke schoenen aangetrokken. Het werd op alle gebieden een succes! Alle beschikbare mama's, sommige met baby's op de arm, wuifden ons toe als we voorbij kwamen, alsof mama het kind al geen eeuwen meer had gezien. Simon Nulkes zei nuchter: "Ik hoef mijn moeder niet te zien, want ik heb haar al zo dikwijls gezien". Van een klein beetje zenuwen merkte ik iets toen we bij het bureau aan kwamen. Maar alle 49 zijn dapper geweest, zonder tranen en zonder trammelant. Van tevoren had ik het vergeleken met een kleine speldenprik en had gezegd dat ze niet moesten kijken.

De terugtocht

De terugtocht ging minder gesmeerd omdat ik de Dorpstraat koos, waar de winkels een grote attractie betekende.

Ik zag Adriaan niet bij ons huis staan, maar de achterhoede, die uit meisjes bestond, ging in cadans spreken: "Hier woont de juffrouw", terwijl ritmisch hun vingers bewogen. Dat hoorde hij en kwam aan de weg staan. Met zijn koksmuts boven op zijn hoofd.

Bij de kleuterschool van de Ireneschool klopte 'toevallig' een juffrouw een borstel uit tegen de muur en werd in ijltempo op de hoogte gebracht over het doel van deze optocht. Bij de nieuwbouw in Duin en Dal waren snappende monden tegelijk dicht in ademloze aandacht door de machinerieën. Maar verderop daagde een bouwer hen uit door in de holle geraamtes te schreeuwen: "Nozems!"

De stilte was over, en in koor klonk het "Nozem" terug. Telkens weer en telkens anders klonk de vermaakte roep van de bouwer: "Nozem!". Maar de laatste roep hadden onze kinderen. De mede-arbeiders genoten net zo van dit tafereel als ik. Het was een prettige tocht en de dag is verder omgevlogen. De geluiden van de andere scholen klinken anders. Van de St. Jozefmeisjesschool waren er twaalf flauwgevallen.

De jongensschool had zich niet correct gedragen wat de woede van mijnheer Prins had opgewekt. Onze Harry was zo zenuwachtig dat hij begon te huilen om een prik die hij niet eens voelde.