Reclame

Van Dale beschrijft het eenvoudig als aanprijzing. Dus als stimulans om iets te gaan doen of te kopen. Van s'morgens vroeg tot s'avonds laat worden we er mee overgoten. Als makke schapen laten we het over ons heen komen; we willen immers van die spannende voetbalmatch toch niets missen!

Aan ons favoriete biertje of colaatje wordt dan heel veel reclamegeld besteed. De nuchtere burger vraagt zich weleens af, hoe dat ooit wordt terugverdiend. Wat te doen met negatieve reclame? Die plofkip en de kiloknaller zijn toch wel heel goedkoop. Ook politici: wat je ook van Trump vindt, hij komt wel vaak in beeld.
Dan de bollen: die hebben niets te klagen. Als er miljoenen bij jou in de bloeitijd op bezoek komen, is dat top-reclame. Over die paar vertrapte tulpen moeten we niet al te moeilijk doen. Naast Maxima is de tulp toch ons uithangbord in de wereld. Misschien dat de Oranje Leeuwinnen daar nog wat aan toe kunnen voegen!
Begrijpt iedereen wel wat van reclame? Wist u hoeveel moeite en rechtszaken het heeft gekost om de door het dak gegroeide tulp bij Het Soldaatje te behouden? Dan de Noord-Hollanders: op een van hun vrachtauto's staan de trots bollenvelden van de Noordkop. Op een andere staat de lelie 'Tabledance', de naam alleen al en de suggestie dan deze bloem op de tafel een dansje voor u maakt.
Ook Meeuwenoord snapt het: de bollenvelden van Jansen en de bloemen van Flower Boost rijden het hele land door. Nu komt mijn punt van deze week: er rijdt een vrachtwagen van een Noordwijkerhoutse kweker rond die reclame maakt voor een uitzendbureau. Dit is toch een gemiste kans; zet er dan desnoods pioenen op. Een bloem waar iedereen in het voorjaar naar uitkijkt en blij van wordt.