Bouwplan Prins Hendrikweg roept veel vragen op
villa's n De waarde van goed vastgestelde bestemmingsplannen is inmiddels al vaak ter discussie geweest. Een bouwperceel aan de Prins Hendrikweg, gelegen aan de achterzijde van de algemene begraafplaats, houdt de gemoederen in de gemeenteraad en bij diverse omwonenden al enige tijd bezig.
Tot ergernis van o.a. de initiatiefnemer en omwonenden was dit plan in juli geheel onvoorbereid aan de gemeenteraad voorgelegd. Daarop kwamen er verontwaardigde reacties. Vorige week werd er daarom, en nu wel eerst in de commissie, opnieuw over gesproken. Het betreft een plan tot het realiseren van 2 villa's, elk op een ruimte van meer dan vijftienhonderd vierkante meter. Met daarnaast nog een stuk grond wat mogelijk bij de begraafplaats wordt betrokken. Vooral bleken er zorgen om de handhaving van zichtlijnen naar het achtergelegen gebied. Opvallend genoeg een andere politieke insteek dan bij de vergelijkbare situatie even verderop, nabij de bouwontwikkeling Duineveld. Daar werd juist voor heel veel geld extra bebossing aangebracht om daar doorkijkjes juist onmogelijk te maken.
Het college meende in dit geval echter, dat aan bezwaren betreffende de zichtlijnen, tegemoet kon worden gekomen. De politiek bleef zich toch veel zorgen maken en elke partij ging ook uitgebreid in op het collegevoorstel om een voorontwerpbestemmingsplan ter visie te leggen en vrij te geven voor inspraak.
Er bleken behoorlijk wat onduidelijkheden en discussie was er over de juridische waarde van mogelijke toezeggingen door het college in het verleden. De diverse commissieleden stelden bovendien het belang van een goede anterieure overkomst, een feite een bevoegdheid van het college, voorop. Toch zal die overeenkomst pas in een later stadium worden opgesteld. Hoewel in de commissie nog een aantal vragen onbeantwoord bleven ging de gemeenteraad, later tijdens de raadsvergadering, in meerderheid toch akkoord met het voorstel om eerst de inspraak zijn werk te laten doen.
Motie tegen omstreden publicaties haalt het niet
Motie n Tijdens de raadsvergadering diende VVD en CDA een motie in tegen het inzetten van gemeenschapsgelden voor de politieke promotie van coalitiepartijen.
Het college kondigde eerder een serie van publicaties aan over de hen behaalde politieke resultaten in de afgelopen 4 jaar. Die zij gaan publiceren onder het motto: 'Vier jaar coalitie'. De oppositie wees nadrukkelijk op een eerder aangenomen motie waarbij werd afgedwongen dat het college in verkiezingstijd met publicaties terughouden zou opereren. In die periode was er een meerderheid die vond dat een college iedere schijn van beïnvloeding van de publieke politieke opinie altijd moet voorkomen. VVD en CDA, gesteund door de fractie van Lijst Salman, maakte bovendien bezwaar omdat nu hun achterban moet mee betalen aan de dure publiciteitscampagne van het college die bovendien speciaal gericht is op de coalitiepartijen. Wethouder Bakker sprak cynisch na de eerdere motie van wantrouwen tegen hem: 'Ik mag in ieder geval nog reageren'. Hij wilde niet toegeven dat dit partijpropaganda betrof. Hij moest wel toegeven dat niet het college de resultaten boekt maar dat het college slechts beslissingen van de raad uitvoert. Een wat weifelende wethouder zei mogelijk bereid te zijn om het gebruik van '4 jaar coalitie' achterwege te laten. PvdA/GL, D66 en Puur zagen kennelijk wel voordeel in de geplande publicaties. Met 10 voor en 11 tegen werd de motie verworpen.