Gevonden schedel blijkt niet van Sint Jeroen
foutje n De sceptici, die bij de opgravingen van de zogenaamd te vinden schedel van Sint Jeroen hoofdschuddend toekeken, hebben van de wetenschappers alle gelijk van de wereld gekregen. Van een spectaculaire vondst is geen sprake.
Met veel publiciteit werd begin juni bekend dat mogelijk de al lang verloren schedel van de onthoofde Schotse missionaris Jeroen was gevonden. En wel pal naast de binnenmuur van de Noordwijkse toren. De stelligheid van een ingeschakelde paragnost overtuigde cultuurhistoricus Harry Salman. De schedel zou dra worden gevonden. Vol vertrouwen werd de vloer van de toren opengebroken. De voorspelling van de paragnost leek te kloppen. Twee schedels werden blootgelegd waarvan er een werd toegeschreven aan Sint Jeroen. Dit bleek toch wat voorbarig. De gemeente Noordwijk meldt nu dat onderzoek in het fysisch-antropologische laboratorium van de Universiteit van Leiden heeft uitgewezen dat de gevonden schedels onmogelijk van Jeroen kunnen zijn geweest.
Volgwens de wetenschapper heeft de ene schedel wel kenmerken van een mannelijk persoon, die echter bij zijn dood ouder dan 35 jaar is geworden. Bovendien zou hij hebben geleefd in de late elfde eeuw. De tweede schedel vertoont duidelijk vrouwelijke kenmerken en is van een persoon met een geschatte leeftijd tussen 36 en 49 jaar die in de twaalfde eeuw is overleden. Omdat Sint Jeroen in de 865 werd onthoofd is duidelijk dat de paragnost een dwaalspoor heeft uitgezet.
De gemeente wil echter wel meegaan met de suggestie van Salman dat de paragnost die de genoemde plek aanwees, mogelijk wel een heel klein beetje gelijk heeft gehad omdat dit mogelijk de schedel kan zijn die in 1311 werd gevonden. Deze werd toen wel werd aangemerkt als de schedel van Sint Jeroen. Dit maakte B&W zo enthousiast dat er achteraf toch nog € 3000,- beschikbaar is gesteld voor de gemaakte kosten.
Op de gemeentesite is te lezen dat cultuurwethouder Fles wel wat ziet in een presentatie van de schedels en botresten in de toren. Zo kan het eigen verhaal van Noordwijk als bedevaartplaats levend blijven voor toeristen, mogelijke bedevaartgangers en andere belangstellenden.