Landelijke telling bevestigt groeiend aantal damherten
Herten n Het landelijk fauna beheer bestaat onder andere uit in alle natuurgebieden tellingen doen. Die op wetenschappelijke basis worden vertaald naar natuurbeleid.
Deze week was wethouder Fles getuige van de manier waarop staatbosbeheer in een deel het gemeentelijk gebied tellingen verricht. Dat gebeurde in het duin tussen de voormalige golfbaan en de huidige golfbaan. Die avond werden daar 3 reeën en 15 damherten geteld. Maar die cijfers zeggen niets over het aantal aanwezige dieren. Maar geven door de regelmatigheid van de telling op vaste routes een tendens aan.
Inheems wild
Annemiek Kooij van Stad en Duin legt ons uit dat de reeënstand alles te maken heeft met de aanwezigheid van damherten. Zowel reeën als damherten worden inmiddels gezien als inheems wild maar de reeën hebben nog steeds de oudste rechten. Pas in 1993 werd het damhert inheems verklaart.
Reebokken en reegeiten zijn even groot. De dieren herkent men door de opvallende, grote oren, grote ogen en een vrij spitse snuit met een zwarte neus . Het damhert kent een schofthoogte van 85 tot 110 centimeter en heeft in tegenstelling tot de ree wel een staart, lengte 15 tot 20 centimeter.
Afname
Annemiek: 'Er is inmiddels sprake van een afname van het aantal reeën omdat zij zich laten verjagen door de onrust die damherten veroorzaken. Welke onrust de ree eigenlijk verjaagt'. Het is bekend dat damherten zich gemakkelijk aanpassen aan zijn omgeving en aan de mens. In het duinlandschap vindt hij een groot scala aan voedsel, zijn optreden is charismatisch. Een damhert leert snel ook van zijn soortgenoot en kan dus in hoge dichtheden blijven bestaan. Het gekozen beheer maakt nogal wat los in de hedendaagse maatschappij. Door schade aan de landbouw en niet op de laatste plaats door de verkeersaanrijdingen die regelmatig aanzienlijk leed voor mens en dier veroorzaken.
In de noordelijke duinen van Noordwijk neemt het aantal reeën gestadig af. De damherten kennen er een jaarlijkse uitbreiding van niet minder dan 30%. Daarom is afschieten soms noodzaak.
In de zuidelijke duinen blijft de reeënstand (de telling leverde een 9 tal op) de laatste jaren wel stabiel omdat daar nauwelijks onrustveroorzakende damhertenaanwezig zijn.
Bijzondere ervaring
Wethouder Fles noemde het een bijzondere ervaring: 'Ik heb 15 damherten gezien en 3 reeën, 1 reegeit en 2 reebokken '. Een waarneming die gelijk is aan die van Annemiek Kooij. 'Het was daarnaast bijzonder leerzaam . Niet in de laatste plaats omdat ik op aanwijzingen van de boswachters anders heb leren kijken. Zij attendeerde mij op wat er om ons heen allemaal aan bijzondere natuur te zien was'.