Carol en Kees genieten volop van het leven in Nieuw-Zeeland. | Foto: pr
Carol en Kees genieten volop van het leven in Nieuw-Zeeland. | Foto: pr

‘Noordwijkerhout zit in mijn hart’

Human Interest

Nieuw-Zeeland is voor velen een bucketlijst-dingetje. “Het is en blijft een eind weg”, zegt Kees van Dam (78). “Los van het aantal vlieguren, is het ook nog eens een kostbare bedoening. Maar: hier wonen is ‘top of the bill’: het is rustig en de natuur en het klimaat zijn geweldig.” Kees mist een ‘bakkie bij de buren en een harinkie happen’. Via social media houdt hij contact met zijn Nederlandse familie en vrienden. En het Noordwijkerhouts Weekblad leest hij trouw iedere dinsdag op zijn computer.

Door Caroline Spaans

Ik ben net wakker en zet koffie, terwijl ik Kees opbel via skype. Het lijkt alsof ik met mijn buurman facetime in plaats van met iemand die ruim 18.000 km verderop zit. Kees emigreerde op zijn 18e naar het verre Nieuw-Zeeland waar hij in Auckland woont met zijn tweede vrouw Carol.

Sterk geslacht

“Mijn wieg stond in Amsterdam, maar ons gezin verhuisde in 1946 naar Noordwijkerhout: mijn vader Antoon wilde na bijna 40 dienstjaren bij de Amsterdamse politie terug naar zijn eigen durrepie“, zo begint hij.

Kees komt uit een sterk geslacht. Hij is de jongste uit een nest met vier broers en twee zussen. “Degenen die nog leven zijn mijn broer van 92 in Noordwijkerhout en twee zussen: eentje van 85 in Wervershoof (NH) en van 97 in Landsmeer. “Ik groeide op in een geweldig gezin vol met liefde: 110 procent goed”, noemt Kees het.

Ambachtsschool

Hij kreeg les en was misdienaar bij ‘De Voorzienigheid’ (1864-1971 kloosterorganisatie gevestigd in de Kerkstraat) tot zijn 12e. Hij laat handgeschreven rapporten zien, van alle leerjaren tot 1955. Na ‘de nonnen’ leerde hij lassen op de Don Bosco school in Leiden waarna hij in 1959 ging werken in Leiden bij een constructiebedrijf en later in Lisse bij Akerboom. En lasser werd hij niet zonder reden: het zorgde dat hij zijn tien jaar oudere broer achterna kon naar Nieuw-Zeeland.

Zijn broer was metselaar en vertrok als eerste uit het gezin om te gaan werken voor de zoon van de Noordwijkse aannemer Jan Vink. “Ik was destijds een ventje van 8 en vond het vreselijk dat hij vertrok. Ik zei altijd: ik kom naar je toe. We schreven brieven en ik vroeg hem: wat hebben ze daar nodig? Hij antwoordde: lassers. Dus ik wist al vroeg wat ik wilde worden. Op mijn 18e verjaardag ging direct naar het emigratiebureau.”

Noordwijkse verkering

Tiny Zandwijk uit Noordwijk, waarmee hij destijds verkering had, beloofde hem binnen een jaar te volgen naar Nieuw-Zeeland. Kees: “Maar haar ouders vonden zo’n lasser maar niks voor hun dochter. Ze moest een bollenboer trouwen en liefst een Noordwijker. Vroeger was dat zo. Ik kreeg op een gegeven moment een brief waarin stond dat als ik genoeg van haar zou houden, ik maar terug moest komen.” Maar Kees bleef.

Zes dagen vliegen

In 1959 ging zijn oudste broer, die twintig jaar ouder is dan Kees, ook naar Nieuw Zeeland dus wachtten twee broers hem op toen hij in 1961 voet aan (ei)land zette. “De reis ernaartoe was een belevenis. Ik vloog met een Super Constellation van KLM met 90 passagiers van Amsterdam via Beiroet-Karachi-Bangok-Nieuw-Guinea en Brisbane om uiteindelijk zes dagen later te landen op Wellington. Dat was op een zondag en maandag kon ik aan het werk bij de meubelfabriek waar mijn oudste broer werkte. Ik sprak geen woord Engels, maar dat leerde ik binnen een half jaar.” In 1966 trouwde hij met Vivien, zijn eerste vrouw waarmee hij vier kinderen kreeg.

Successtory en noodlot

Toen de zaak waar Kees en zijn broer werkten, werd verkocht, besloten ze in 1969 voor zichzelf te beginnen in Auckland: Damba Furniture. Ze werkten hard, boden degelijke Hollandse kwaliteit en konden al snel filialen openen in Christchurch en Wellington. Sidney volgde. En Adelaide, Brisbane en Perth maar ook filialen in Canada en Kuala Lumpur. Na heel veel vlieg- en werkuren stopte Kees op zijn 55ste met werken, kocht een mooi huis in Auckland om samen met Vivien van zijn welverdiende pensioen te genieten. Niet wetende dat het noodlot andere plannen had: drie weken nadat Kees gestopt was met werken, overleed Vivien aan een hartstilstand. Ze was slechts 53 jaar jong. Kees herpakte zich, wilde niet alleen blijven. “Ik was pas 55 en leerde via via een vrouw kennen die ook pas weduwe was. Het klikte eigenlijk gelijk goed. Carol heeft drie kinderen en al onze kids zijn heel blij met ons geluk!”

Geen coronabeperkingen

Kees en Carol trouwen in 2000 en genieten van al het moois dat Nieuw Zeeland te bieden heeft. Ze hebben samen inmiddels negentien kleinkinderen. Over Covid zegt hij: “We hebben al maanden geen beperkingen meer. In het begin was er een strenge lockdown. Iedereen die hier naartoe reist gaat op kosten van de overheid in een hotel. Je mag pas weg als je na 12 dagen negatief getest wordt. Onze Minister President zegt: wij zijn een team van 5 miljoen mensen en we moeten allemaal meedoen om ervoor te zorgen dat we dit virus onder controle houden. En iedereen luistert. De hele bevolking staat nagenoeg unaniem achter het beleid van Minister President Jacinda Ardern en daar zijn we trots op.”

Witte Kerkje aan de muur

Ondanks zijn liefde voor Nieuw Zeeland zegt Kees dat zijn hart nog altijd in Noordwijkerhout ligt: “Naarmate je ouder wordt, ga je dingen missen. Toen mijn ouders en andere familieleden overleden, was ik er niet. Dat is het nadeel van een emigrant: je betaalt een emotionele prijs.”

Inmiddels is bij Kees de zon onder en is het bij ons tijd voor een tweede bakkie. We sluiten af. Hij draait zijn laptop om en laat zijn werkkamer zien: de Witte Kerk prijkt op een prominente plek aan de muur. Naast het fantastische uitzicht op de Nieuw Zeelandse bergen.

Samen met vakantie in eigen land. | Foto: pr
Dit uitzicht is voor Kees dagelijkse kost. | Foto: pr
Vissen in 'de achtertuin'. | Foto: pr

Uit de krant