Afbeelding

Onbetaalbaar

Column Column van Caro

Sinds kort heb ik een fiets. Niets bijzonders natuurlijk, maar voor mij wel. Ik háát fietsen. Honderden kilometers fietste ik in totaal van en naar school. Door weer en vooral door wind. ‘Zullen we op de fiets?’ vragen mijn vriendinnen regelmatig als we afspreken voor een etentje. Nee hoor, mij niet bellen.

Maar… onlangs interviewde ik een eigenaar van een fietsenwinkel. Ik kom nooit in een fietsenwinkel, dus ik keek mijn ogen uit. Wat een aanbod! En wat een prijzen! Maar goed, wat is er níet duur tegenwoordig. ‘Waarom maak je geen proefritje, dan weet je waar je over schrijft!?’ stelde de eigenaar voor. Waarom niet. Mijn enigszins krakende knieën draaiden soepeltjes de pedalen rond. Het vergelijk met mijn oude schoolfiets was ver te zoeken. Wat een vooruitgang, letterlijk! Om gelijk over te gaan tot aanschaf, was ook niet mijn bedoeling. Eerst maar eens sparen. Dat bleek echter niet nodig, want mijn lief had gelijk een goed verjaardagscadeau. En... voor mij een stok achter de deur, want zo’n mooi cadeau moet je wel gebruiken natuurlijk. Bovendien: aangezien je je aan de pomp het apelazarus schrikt wanneer de benzinemeter gaat lopen, heb ik nog een reden om, gehuld met fietstassen, elektrisch naar de Appie te trappen. En zowaar, voor het eerst, hélemaal van Noordwijkerhout naar het Noordwijkse strand te fietsen. Volop zon, weinig wind, géén benzinekosten, géén parkeerkosten, wie doet me wat. Ik dacht: ik ga even bij mijn vriendin langs, die weet niet wat ze ziet, mij op de fiets. Eenmaal op de Van Panhuys bleek ze met haar hond richting strand. Ik trapte nog even door en ontmoet haar op de boulevard. ‘Wat zie ik nou! Heb je geen geld meer voor benzine of startte je auto niet?’ lacht ze. Ze kent me langer dan vandaag. Die poen geldt zeker mee, maar sportief in de buitenlucht met behulp van een batterij bevalt me eigenlijk prima. Omdat ze met de hond een strandwandeling wilde maken, besluit ik mee te gaan. Al pratend over de vele skivakanties die we samen doorbrachten, krijgen we zin in glühwein. En ik ben toch op de fiets, dus kom maar door. We nestelen ons op een terras van een van de strandpaviljoens en bestellen ons favoriete wintersportdrankje. Maar helaas: de glühwein is op. De serveerster zegt dat ze wel jägertee heeft. We kijken elkaar aan: ‘Jägertee, ook prima!’ Het drankje bleek iets sterker dan de glühwein die we gewend zijn. Na drie slokken gaan we harder praten en als het theeglas leeg is, giechelen we als tieners. We besluiten het bij eentje te houden, kletsen nog wat na en rekenen af. ‘Dat is dan 24,50’, zegt de serveerster. Ik kijk verbaasd naar het bedrag op het mobiele pinapparaat. Mijn vriendin en ik schieten in de lach: ‘We hebben er geen zés op!’ Maar het meisje is onverstoorbaar: dit is echt de prijs. Denk je lekker goedkoop op de fiets op pad te zijn. Maar gezellig was het wel. En goede vrienden zijn onbetaalbaar.

Caroline Spaans, redacteur

Uit de krant