Kuk en Arie de Zeeuw in hun appartement in Noordwijk. .
Kuk en Arie de Zeeuw in hun appartement in Noordwijk. . Foto: Ina Verblaauw

Beknopt levensverhaal van weldoener Arie de Zeeuw

Algemeen

Afgelopen december kreeg de redactie een bericht van Nico van Oudenhoven. Hij schreef ons op aanraden van een naaste medewerker van burgemeester Wendy Verkleij. “In Noordwijk woont een heel bijzondere man”, schreef hij. “Arie de Zeeuw, nu 97 jaar, die ongelooflijk veel voor de mensheid gedaan heeft, eerst in de zorg voor mensen met een geestelijke beperking, toen voor bejaarden en later voor kwetsbare kinderen en nog zoveel meer. Hij is nu fragiel en een verhaal over hem, verdient hij zo.” Correspondent Ina Verblaauw bezocht Arie en tekende, in samenspraak met zijn zoon Arjan, het volgende verhaal op:

‘In hun gezellig ingerichte appartement word ik ontvangen door Arie de Zeeuw (96) en zijn echtgenote Kuk (88). Een bijzonder echtpaar met een bijzonder leven dat achter hen ligt. Bescheiden op de achtergrond, vertelt Arie zijn levensverhaal. Geboren in Maasdam in een gezin met vier kinderen. Vader was rechercheur in ‘s-Gravendeel. De oorlog heeft de in 1926 geboren Arie bewust meegemaakt.’

Oorlogsverhalen

“Met een vriend gingen we vanuit Puttershoek regelmatig met een kano over het Hollands Diep om berichten over te brengen naar de Canadezen. We konden niet zwemmen en de kano was lek dus de één moest hozen en de ander hard peddelen anders haalden we de overkant niet.” Na de oorlog rondde Arie zijn HBS-B af en ging varen als knecht op het binnenvaartschip van zijn vader. Na twee keer in zware storm schipbreuk te hebben geleden kwam dat avontuur ten einde en werd hij opgeroepen voor de dienstplicht. Na een kaderopleiding in Schoonhoven werd Arie uitgezonden naar Sumatra, Nederlands-Indië. Daar heeft Arie tweeënhalf jaar gezeten. 

Studie medicijnen

Terug in Nederland kon hij zijn draai niet vinden en schreef hij zich in op de Holland Amerika Lijn (HAL). In Amerika ging hij van boord om voor de HAL passagiers te charteren. Dat leven beviel hem niet en Arie schreef zich in voor de studie medicijnen in Leiden. Zowel in Nederlands-Indië als bij de HAL was hij verantwoordelijk voor het beheervan de medische nooduitrusting en dat had zijn interesse gewekt. Om de studie te bekostigen had hij bijbaantjes, zoals eerstehulpverlener op een ambulance.

Nog lang geen pensionado

Tijdens co-schappen in het ziekenhuis in Leiden ontmoette Arie zijn toekomstige vrouw Kuk. Getrouwd en net afgestudeerd startte het echtpaar een huisartsenpraktijk in Volendam. In die periode kregen zij drie kinderen. Na zeven jaar werd de praktijk verkocht en verhuisde het gezin naar Noordwijk en betrok een appartement op het Vuurtorenplein. Maar van rustig thuiszitten was geen sprake.

Arie werd benaderd door het bestuur van De Hartekamp in Heemstede; een instelling voor geestelijk gehandicapte jongens. Tien jaar lang runde hij deze instelling die onder zijn leiding ook toegankelijk werd voor meisjes. Vervolgens werd hij benaderd voor de bouw en oprichting van het revalidatiecentrum en geriatrisch instituut Bornholm te Hoofddorp. Ook dit runde hij gedurende tien jaar, wederom als geneesheer-directeur. Op 60-jarige leeftijd leek Arie toe aan zijn pensioen. Echter, dat liep anders.

Ziekenhuis in Roemenië

Hij kwam in aanraking met mensen van de Stichting Roemenië. Dankzij een door de jaren heen opgebouwd groot netwerk werd in Covászna een ziekenhuis opgezet. Met hulp van ziekenhuizen hier werden volledige inventarissen naar Roemenië vervoerd. Arie reisde op
en neer en Kuk bleef in Noordwijk. Na voltooiing, Arie was inmiddels 70, werd het ziekenhuis overgedragen aan de gemeente en dus aan de Roemeens bevolking aldaar. In Roemenië destijds een unicum, er waren immers alleen staatsziekenhuizen.

Stilzitten doet het echtpaar nog steeds niet. Ze bezoeken veel musea en kunsttentoonstellingen al moest Arie zijn grote hobby, het restaureren van aquarellen, opgeven vanwege zijn inmiddels verminderende fysieke gezondheid.

Uit de krant