Afbeelding
Foto: pr

Militairen op mars

Column Van Dam tot Wurft

Op de eerste foto is een grote groep marcherende militairen te zien langs de Oude Zeeweg en de Erasmusweg (voorheen Pickéweg). Deze mars vond plaats tijdens de Eerste Wereldoorlog. Deze oorlog woedde in alle hevigheid rondom ons land, waarbij ons land trachtte neutraal buiten de strijdende partijen te blijven. 

Uit voorzorg werden alle strijdkrachten in ons land gemobiliseerd en op diverse plaatsen in ons land gestationeerd. Dit gebeurde dus ook in Noordwijk. In tal van gebouwen en woningen werden soldaten ingekwartierd. Om ze paraat en in goede conditie te houden werd heel wat afgemarcheerd, zoals hier te zien is. Om goed te kunnen marcheren kregen de soldaten vele nuttige aanwijzingen, zoals deze onder meer te lezen zijn in het handboek Gezondheidsleer voor den soldaat, uitgegeven in 1911 door de Koninklijke Militaire Academie te Breda. Zo wordt de militaire mars als een behoorlijk vermoeiende bezigheid beschouwd. “Tijdens den marsch is hij bezwaard met zijne bewapening en zijn ransel. Deze bepakking drukt zwaar op den borstkas, waardoor bemoeilijking der ademhaling een noodwendig gevolg is. Nuttige wenk hierbij geldt ademhaling door den neus en niet door den mond. Bij dorst wordt aangeraden geen koud water te drinken, maar eerst moet worden begonnen met het verwijderen van de stof, door middel van mondspoelen en gorgelen met frisch water, de neus te snuiten en de neusgaten uit te poetsen”. 

Niets aan het toeval overgelaten: “Zoo dient men voor den marsch zich te overtuigen dat wapens, munitie, kleeding en schoeisel in goeden staat zijn”. Verder diende men zich nog te verdiepen in het ’t Groene Boekje voor den milicien der infanterie te velde. Het zingen tijdens de mars is een belangrijk onderdeel en wordt sterk aanbevolen. “Een troep, die op marsch opgewekte liederen zingt, behoorlijk daarbij in den pas marscheert, en de afstanden tusschen de afdeelingen van voren niet verliest, verveelt zich nooit, blijft dus vroolijk en monter en krijgt geen achterblijvers. Om de longen niet te vermoeien moet een goed geschoolde zanger de solo’s liefst vierstemmig zingen, terwijl de geheele troep bij de koren of refreinen invalt. Zoo kan men het uuren volhouden zonder moe te worden”. 

Soms werd het zingende bataljon vergezeld van een trompetter en een trommelslager om de maat er in te houden. Als goed soldaat had men tevens de beschikking over de zangbundel Liederen van den soldaat, uitgegeven in 1896. Voorin staat het vroegere volkslied van Tollens: “Wien Neerlandsch bloed door d’adren vloeit. Van vreemde smetten vrij”. Dit laatste zouden we nu niet meer hardop durven zingen. Een andere vrolijk lied, dat met volle borst werd gezongen, vond ik in dezelfde bundel: “Als er eenmaal kogels reegnen en de dood ons dreigt. Man na man door ‘t lood getroffen. ‘t Hoofd voor altijd neigt. Wie van ons zal dan bezwijken en bevreesd ‘t gevaar ontwijken tot ons aller schand”. Het is zo maar een greep uit het uitgebreide repertoire aan regels en voorschriften, waaraan deze marcherende soldaten onderworpen waren.

Openingstijden van het museum zijn, mits actuele coronamaatregelen anders aangeven, dinsdag tot en met zaterdag van 10.00 tot 17.00 uur, zondag van 12.00 tot 16.00 uur. Meer info: www.museumnoordwijk.nl of bel: 071-3617884.

Elke maand stelt Kees Verweij voor het Genootschap Oud Noordwijk een stukje samen over oud en nieuw Noordwijk onder de naam Van Dam tot Wurft. In het Museum Noordwijk is nog tot 20 maart de tentoonstelling ‘De Zee’ te zien.

Afbeelding

Uit de krant