Afbeelding
Foto: thv

Brabant

Algemeen Bollenpraat

Hoewel de Bollenstreek de bakermat is van de bollenteelt en voor de handel het onbetwiste middelpunt, zijn door de jaren heen overal in Nederland bollen geteeld. Deze keer aandacht voor de gladiolen. Daarvan lag de oorsprong in Noordwijk. K en M en Salman waren toen klinkende namen.

Omdat de teelt toen heel arbeidsintensief was, werd gezocht naar goedkope handjes. Dan moest je bij de Brabanders zijn. Grote families werden ’s winters opgetrommeld om de gladiolen te pellen. Niet zelden onder stoffige omstandigheden en alles stinkend naar de naftaline.

We zijn bij twee kwekers op bezoek geweest. Eerst naar Theo Teunissen in Heumen, de ongekroonde koning van de vierdaagse-gladiolen. Dit jaar zijn ze doorverkocht aan supermarkten. Die konden er genoeg hebben. Denk niet dat Theo voor één gat te vangen is: teelt nu 80 hectare lelies, 30 hectare  uien, 30 hectare  gladiolen voor de bol en 20 hectare voor de bloem. Moest toch 5 hectare uien missen die door het wassende water verzopen zijn. Alles geteeld met het modernste materieel.

Op naar Johan Denissen in Odiliapeel. Dat ligt in een heel ander landschap. Eindeloze maisvelden die er dit jaar op de zanderige grond, dankzij de regen, nooit zo goed hebben bijgestaan. Dan sta je voor een veld met spinazie, dan weer herenbonen afgewisseld door prei. Ook ijsbergsla doet het er goed. Johan gooit, als rasechte Brabander, met alle knuppels. Probeert zelfs geurende gladiolen te kweken. Hoofdzaak is nog steeds gladiolen voor de bol en de snij. Pijnpunt is wel de grote afstand naar de bloemenveilingen, dus duur transport.

Rijdend naar Oost-Brabant zie je het landschap aan je voorbij trekken. De koeien bij Utrecht, het fruit en de boomkwekerijen bij Den Bosch. Dan de mais en al de veestallen verderop in Brabant. Geef mij toch maar de vertrouwde Bollenstreek!

Aad van Ruiten

Uit de krant