Afbeelding

Van tennisclubhuis tot parochiecentrum

Algemeen Van Dam tot Wurft

Op bovenstaande foto zijn enkele tennisbanen en een tennisclubhuis te zien. Dit houten gebouw dateert van 1908, evenals de tennisbanen ervoor. Rond het begin van de vorige eeuw nam de belangstelling voor de tennissport behoorlijk toe en het was de eigenaar van Hotel Huis ter Duin, die destijds hier op inspeelde door naast het hotel een aantal tennisbanen aan te leggen. Deze banen waren slechts voor de gasten bedoeld en het viel voor andere tennisliefhebbers niet mee om hier ook een partij mee te kunnen spelen. 

Een drietal prominenten nam het initiatief om op 1 juni 1908 ‘De Noordwijksche Sportvereeniging’ op te richten. Daarna kwam de aanleg van 6 tennisbanen met een clubhuis op het terrein van de voormalige weide van Wattez aan de Oude Zeeweg. De weide van Wattez was bedoeld als een weide, waar koeien konden lopen en verse melk konden geven, die o.a. gedronken kon worden in De Laiterie, een uitspanning, die eind vorige eeuw werd gesloopt t.b.v. van villabouw. 

De Noordwijkse architect H. Liefferink kreeg de opdracht voor dit tenniscomplex een ontwerp te maken en zo ontstond er een voor die tijd zeer modern complex. Bijzonder was, dat de banen zodanig werden gesitueerd, dat niemand van de spelers de zon in het gezicht kreeg. Het clubgebouw bleef tot 1919 gehandhaafd. De banen waren aan een grondige renovatie toe en ook het clubgebouw voldeed niet meer aan de eisen. Allereerst kwam er een groot nieuw clubgebouw, dat later bekend zou raken als het Casino. De spelers konden hier terecht om zich te kleden of te douchen, maar er kwamen ook verschillende ontspanningsmogelijkheden als een restaurant, een ontspanningszaal en diverse horecavoorzieningen. Verder werden de banen gerenoveerd en kwamen er ook nieuwe banen bij. 

Maar wat gebeurde er met het clubgebouw? Het clubgebouw werd netjes gedemonteerd en op een terrein vlak naast de R.K. St. Jeroen aan de Van Limburg Stirumstraat weer in elkaar gezet. Zo kreeg dit gebouw een nieuwe functie van parochiehuis en werd het omgedoopt tot ‘R.K. Juvenaat’. Uit deze naam bleek al, dat de jeugd hier bijzondere aandacht zou krijgen. Vanaf 1920 vonden hier vele activiteiten plaats. Zo oefende hier het fanfarecorps Excelsior, werden er toneelvoorstellingen gegeven, vonden er tafeltenniswedstrijden plaats en werd er vaak vergaderd enz. Ik herinner mij ook nog een tentoonstelling over wol- en wolproducten. Tot slot kwam ook de jeugd volop aan zijn trekken. 

Op den duur begon het gebouw slijtage te vertonen, zodat het de bijnaam ‘De Keet’ kreeg. In de zestiger jaren viel echter het doek voor het Juvenaat en de Parochie St. Jeroen kreeg de beschikking over ‘De Kuip’ op de hoek Zeestraat/Van Limburg Stirumstraat. Ter gelegenheid van het verdwijnen van het Juvenaat schreef dorpsdichter Nard Augustinus ‘De ballade van De Keet’, waarin hij met enige weemoed dit zo levendige parochiecentrum bezong. Hoewel De Kuip aanvankelijk een grote verbetering leek kwam er later veel kritiek op het gebouw. Twintig jaar geleden vond het een roemloos einde, waarna het complex van Dirk van den Broek op deze plaats werd gerealiseerd. 

Een afbeelding van het oude clubgebouw is te bewonderen aan de Rudolf Tappenbeckweg, waar Max Liebermann dit gebouw heeft geschilderd.

Afbeelding

Uit de krant