Kustlijn bij Berkheide, met op de voorgrond de embryonale duinen.
Kustlijn bij Berkheide, met op de voorgrond de embryonale duinen. Foto: Toine Cornelissen/Aircarus

Waterland?

Algemeen Duinenpraat

“Denkend aan Holland zie ik breede rivieren traag door oneindig laagland gaan”. Deze bekende dichtregels werden in 1936 op papier gezet door de dichter Hendrik Marsman. Het is toch knap hoe Nederland in enkele regels wordt getypeerd. Nederland als delta van Noordwest-Europa. Een nat laagland in het verder overwegend heuvelachtige continent. Waar water is, daar is leven. Mede daarom is ons land zo ontzettend rijk aan plant- en diersoorten. Waar gaan die ‘breede rivieren’ naartoe? Naar zee. En: zonder zee, geen (Hollands) duin.

Het is goed voor te stellen dat de titel van deze column wat vreemd overkomt. Deze columns gaan toch over de duinen? Die overwegend droge zandheuvels langs de kust? Dat is niet bepaald waterland. Denkend aan Holland waterland zien we toch vooral oneindige graslanden, met daartussen sloten, koeien in de wei en in de verte een molen of kerktoren. Toch zijn de duinen ook een soort waterland; duin en water zijn namelijk onlosmakelijk met elkaar verbonden. De zee is hofleverancier van het zand, waarvan de duinen worden gevormd.

De ‘geboorte’ van de duinen is op dit moment goed te zien langs onze kust. Een tip om eens te gaan kijken tijdens een winterse strandwandeling. Als je vanaf het strand richting de duinen kijkt zie je, nog voor de zeereep begint, kleine duintjes. Dit zijn de jongste duinen langs onze kust. De officiële naam van deze duintjes verwijst ook naar nieuw leven, ze heten namelijk embryonale duinen. De zee brengt het zand naar de kust, de wind blaast het zand richting de duinen. Hier komt het zand planten tegen, als biestarwegras en helm. Deze grassen groeien door en houden het zand vast. Ondertussen stuift er meer zand op en wordt het duin hoger en hoger. Goed nieuws dus: het duin breidt zich uit in westelijke richting. Nu hopen dat dit nieuwe leven niet plotseling wordt verwoest door een noordwesterstorm in combinatie met springtij.

Naast de zee komen we verderop in het duin nog meer water tegen. De natte duinvalleien zijn in deze tijd van het jaar ook echt nat. De grondwaterstand is hoog. Er valt veel regen. Ondertussen wordt er minder water verdampt door de zon. Het zoete water komt aan de oppervlakte. Deze zogenaamde zoetwaterbel ligt bovenop zout water dat zich dieper onder de duinen bevindt. Landinwaarts stroomt dit water weer richting het lagergelegen achterland. Eén van de plekken waar dit gebeurt is Lentevreugd bij Wassenaar.

Om de unieke natuurwaarden in dit gebied te behouden en te versterken proberen we het water in dit gebied zoveel mogelijk vast te houden. Door aanleg van stuwen en afgraven van grond hoopt Staatsbosbeheer dat dit gebied natter wordt. Dat is een uitdaging in tijden van klimaatverandering. De zomers worden warmer en droger. Het is dus zaak om het water dat ’s winters beschikbaar is, vast te houden.

“En in alle gewesten wordt de stem van het water met zijn eeuwige rampen gevreesd en gehoord.” Zo eindigt het gedicht van Marsman. Het geeft te denken. Anno 2021 worden in ons waterland niet alleen de ‘eeuwige rampen’ maar ook de droogte gevreesd.

Uit de krant