Afbeelding
Foto: thv

Amaryllis

Algemeen Bollenpraat

Amaryllissen worden vooral met de kersttijd geassocieerd. Niet zo stringent als de kerstboom, die na Nieuwjaar het huis weer uitgekieperd wordt, maar toch. De veelal grote rode bloemen en de tijd dat ze in huis staan vóór de bloei geven de bezitter het gevoel dat hij/zij een top-teeltprestatie heeft geleverd. Bij de komst van een tweede bloem wordt de eigenaar euforisch!

Nog maar twintig jaar geleden stond de teelt in de kinderschoenen. De bollen werden in kassen gekweekt en alleen de vroege soorten konden de Kerst halen. Sinds ze uit Portugal en Brazilië komen, gaat het veel beter. In de vroege zomer komen ze naar Holland en moeten ze gekoeld bewaard worden, anders lopen ze uit. Eerst, in 1946, ging Barnhoorn ze in Zuid-Afrika telen. Daar groeiden ze matig. De doorbraak kwam begin 2000, toen Schoenmaker in Holambra (Brazilië) de teelt oppakte. Wij waren er op bezoek toen ze nog maar een paar hectare hadden.

Over de naamgeving is nogal wat te doen geweest, ze zouden Hippeastrum (hippi-ruiter, aster-ster) ruiterster moeten heten, niet gelukt. In het Westland zijn snijsoorten ontwikkeld. Die bollen staan jaren vast en er lopen koelbuizen door de grond om ze op tijd te laten bloeien. In Duitsland heel populair. Trendy zijn de gewaxte bollen. Die zijn omkleed met een laagje gekleurde paraffine en soms nog beschilderd ook. Bloeien zonder ze water te geven.

Veredelaars hebben talloze nieuwe soorten gewonnen. Heel sprekende rode, rose en lila, zelfs dubbele. Weet u dat er een “naked lily” is. Die bloeit in oktober, buiten en zonder blad: Am. belladonna. Bij Leenen hebben ze de Sonatini: kleinbloemig en beter geschikt om in boeketten te verwerken. Voor een bollenjongen spreekt het wel aan dat de amaryllis tot de narcisachtigen behoort, waarvan akte.

Enfin, nog tijd genoeg voor u om voor de Kerst een “ruiterster” te bemachtigen!

Aad van Ruiten

Uit de krant