Afbeelding

Verwachting

Algemeen Pastorale column

Als kind vond ik december geweldig: de Sint, het kersteest, oud en nieuw. Wat zag ik er naar uit. Nu ik ouder ben geworden is de romantiek er misschien iets vanaf. Nog steeds geniet ik van het feestelijke. Dit jaar is het natuurlijk wat beperkt. En we zien nu denk ik vooral uit naar het einde van de coronacrisis.

We hebben veel geïnvesteerd in de bestrijding van het virus. Alles om te voorkomen dat mensen ziek worden en sterven. Ontzettend goed en belangrijk, natuurlijk. Je kunt naar het einde van de pandemie uitzien. Maar nu weten we ook allemaal: de dood blijft.

Nou, moet dat nu? Dat is zo somber. Nee, niet somber, wel realistisch. We kunnen doen alsof de dood er niet is. Maar het komt voor ons allemaal.

Waar kijk ik naar uit? Moet ik alles uit het leven halen omdat alles eindigt in de dood? Daar geloof ik niets van!

Wat verwacht ik? Daar staan we op de vier zondagen naar het kerstfeest toe bij stil. Het zijn de zondagen van Advent. Advent betekent komst. Het gaat dan om de komst van Jezus.

Vele eeuwen werd de Verlosser verwacht. En Hij kwam. Wel totaal anders dan verwacht. Hij kwam… als een Kind in een kribbe.

“Wat een dwaasheid” zeg je? Absoluut! God komt op een zeer, zeer vreemde manier. Had je anders verwacht?

En nu valt er een beslissing. Of we verwerpen dit Kind of we erkennen Hem als God de Zoon. Ja, voor dat laatste moet je wel je hoogmoed kwijt. Het Kind in de kribbe leert ons buigen, zoals de wijzen deden.

Nog vreemder wordt het. Het Kind werd een Man. Als Man stierf Hij aan een kruis. Na drie dagen stond Hij op uit de dood. En dat om nooit meer te sterven. Hij deed wat wij niet kunnen: Hij overwon de dood.

Daarom is er eeuwig leven voor wie in Hem gelooft. Hij is nu in de hemel waaruit wij Hem ook terug verwachten.

Kijkt u naar Hem uit? Hij kan zomaar tot je komen. Vraag het Hem maar.

Ds. J.A.J. Pater, Wijkgemeente Ichthus

Uit de krant