Duindoornoogst. | Foto: Mark Kras
Duindoornoogst. | Foto: Mark Kras

Zaad

Algemeen Duinenpraat

De meteorologische herfst is 1 september begonnen. Vogels hebben hun jongen groot, de reegeiten zijn nagenoeg allemaal zwanger en planten hebben zaad gezet. Ook in de temperatuur beginnen we het te merken. Zo begin september is het altijd een beetje de stilte voor de herfststorm.

Maar dit jaar was er ineens reuring in het duin. Mensen stonden op het Vlaggenduin in Katwijk emmers vol bessen van duindoorns en duinroos te plukken. Enkele bezorgde wandelaars belden naar ons kantoor omdat ze zich terecht afvroegen wat er gaande was.De afspraak is namelijk dat mensen in deze periode een bescheiden hoeveelheid bramen mogen plukken voor eigen gebruik. Daarbij mag men van het pad als de natuur maar niet teveel verstoord wordt. En hier was een groep plukkers van het pad af emmers vol aan het plukken! Dus terecht kwam de vraag: 'Boswachter, mag dat?' Jawel, dat mag. Sterker nog, het is bijzonder gewenst. In dit geval dan. Want hoewel je het zo op het eerste gezicht niet zou zeggen, ging het hier om bijzondere vruchten. Ze bevatten namelijk inheems autochtoon zaad. En dat vind je niet overal in Nederland. Staatsbosbeheer beheert 273.000 hectare natuur. Regelmatig worden er in deze natuur bomen en struiken geplant. Voor dit plantmateriaal zoeken we exemplaren die thuis horen in de Nederlandse natuur. Deze soorten passen namelijk het beste in het Nederlandse samenspel van planten en dieren. Het zijn, zoals je dat noemt, inheemse soorten. Veel soorten van die soorten vind je niet alleen in Nederland maar ook in bijvoorbeeld Zuid-Europa. Dat zijn wel inheemse soorten maar ze hebben een ander ritme. Ze, krijgen eerder blad, ze bloeien eerder of zetten juist later zaad. Zo passen ze dus niet in het ritme van de Nederlandse natuur en daardoor zijn ze ook niet altijd goed bestand tegen onze weersomstandigheden. Als je in een natuurgebied gaat aanplanten, wil je een plant die qua soort, maar ook qua ritme past in de Nederlandse natuur. Je wilt dus een duindoorn aanplanten die op het juiste moment bessen geeft, waar dan bijvoorbeeld trekkende zangvogels van profiteren. De ouderplanten zijn hier opgegroeid en bloeien in het ritme van de Nederlandse natuur. Om te zorgen dat dit soort planten beschikbaar zijn voor aanplant verzamelt Staatsbosbeheer zaden op plekken waar struiken en bomen staan die hier thuis horen qua soort en qua ritme. Een van die plekken is het Vlaggenduin. Voor twee van de 114 autochtone soorten zijn hier inheemse autochtone planten aanwezig; duindoorn en duinroos. De zaden gaan naar de Nederlandse genenbank in Roggebotzand. Daar worden ze opgekweekt tot planten die dan weer zaden geven die doorgaan naar professionele kwekerijen. Als voor een natuurgebied planten worden gezocht dan worden ze geleverd door deze kwekerijen en weten we zeker dat de herkomst goed is.

Uit de krant