Afbeelding

Kamperen in het Langeveld

Algemeen

Wie door het Langeveld rijdt ziet uitgestrekte bollenvelden en een stukje weidegebied. Dat was vroeger wel anders. Toen lag er een laag duingebied, hier en daar afgewisseld door bospercelen. Daartussen lagen enkele recreatie voorzieningen als jeugdherberg De Duinark, het Haags Jeugdhuis en enkele kampeerterreinen. De open gebieden werden o.a. gebruikt voor tuinbouw en weiland. Langzamerhand verdroogde het gebied doordat in de Amsterdamse Waterleidingduinen steeds meer water werd onttrokken en de Oosterduinen werden afgegraven. Het gebied veranderde langzamerhand in een droge woestenij.

Eind jaren vijftig werd het plan ontwikkeld om het gehele gebied af te graven, de watervoorziening te verbeteren en ruilverkaveling toe te passen. Dit plan werd in het begin van de jaren zestig tot uitvoering gebracht, waardoor het Langeveld zijn huidige aanzien kreeg.

In het Algemeen Handelsblad in 1934 stond een advertentie, waarin stond, dat in het Langeveld een kampeerterrein was geopend op het terrein, waar enkele jaren daarvoor een autoracebaan was gepland, maar die niet was doorgegaan. Deze advertentie trok de aandacht van de heer Eichelsheim uit Amsterdam, die daarna op de fiets naar het Langeveld trok om poolshoogte te nemen. Hij was aannemer van beroep en in staat om daar een en ander te ondernemen. Nadat hij daar enkele malen op vakantie was geweest kreeg hij de gelegenheid het terrein te kopen. Het kampeerbedrijf trok hem sterk aan. Hij ging direct aan de slag met de bouw van een aantal vakantiehuisjes langs de bosrand, die hij 's winters weer uit elkaar kon halen. Verder verbouwde hij de voormalige paardenstal tot een mooi kamphuis, waarin allerlei voorzieningen werden aangebracht. Het ging goed met de zaken, zeker op het moment waarop in Vogelenzang in 1937 de Wereldjamboree werd georganiseerd. Tal van buitenlanders vonden daar een tijdelijk onderkomen.

De oorlog bracht daarentegen heel wat problemen. Het begon met de mobilisatie in 1939, toen Nederlandse militairen daar werden ingekwartierd. Verder werd er een vliegveld aangelegd. Na de capitulatie kwamen de Duitsers, die begin 1941 bevolen, dat er niet meer in tenten gekampeerd mocht worden. Daarna kreeg men de opdracht het terrein meer productief te maken en het om te vormen tot teelland, omdat er al een behoorlijk tekort aan groente en fruit was ontstaan. Dit was echter van korte duur want in 1943 moest het hele kampeerterrein ontruimd worden omdat het in het Sperrgebiet lag. De familie Eichelsheim moest daarom tijdelijk naar Noordwijk uitwijken. Direct na de oorlog werd Eichelsheim hoofdopzichter bij de ontmanteling van de Atlantikwal. In 1947 kreeg hij de gelegenheid zijn oude bedrijf weer op te pakken en een iets noordelijker gelegen terrein nabij het voormalige jachthuis in te richten. Helaas was dit voor hem van korte duur want in 1956 begon men met de reconstructie van het Langeveld, waarbij tal van voorzieningen als de boerderij van Plesman, de jeugdherbergen De Duinark en het Haags Jeugdhuis verdwenen of inmiddels al verdwenen waren. Zo verdween ook het kampeerterrein 't Centrum. Het terrein werd afgezand, verkaveld en uiteindelijk ingericht als bollenland.

Afbeelding

Uit de krant