Afbeelding

De wonderlijke kruidendokter

Algemeen

In Noordwijk hebben verschillende professoren gewoond en gewerkt, zoals bijvoorbeeld Albert Verwey, P.J. Blok en de heren Drewes, Nagel en de Jonghe. Professor De Haas zal waarschijnlijk onder de Noordwijkers wat minder bekend zijn. Wie was deze hooggeleerde heer, die in 1835 werd geboren?

Abraham De Haas was een zoon van veldwachter De Haas, werkzaam in Katwijk en Rijnsburg. In 1842 verhuisde het gezin naar Voorschoten, waar de vader een bakkerij inrichtte. Abraham krijgt een opleiding als schoenmaker en begint in Voorschoten met een winkeltje en een schoenmakerij. Daarnaast krijgt hij steeds meer belangstelling voor geneeskrachtige kruiden. Enige tijd later begint hij ook kruiden te verkopen. Naar mate hij steeds meer betrokken raakt bij de verkoop van kruiden, verdwijnt ook steeds meer zijn belangstelling voor de schoenmakerij.

Zijn handel in kruiden had zo veel succes, dat hij zich kan vestigen in landhuis Habis Perkara in de buurt van de uitspanning De Groote Vink tegen Leiden. Daar vestigde hij zich officieel als kruidendokter. Dit landhuis telde verscheidene kamers, keukens, kelders, stallen en een grote broeikas. Daar omheen lag nog een grote tuin. Hij kreeg daar steeds meer succes en er stroomden tal van patiënten naar hem toe. Op een gegeven moment moest hij nog twee extra wachtkamers er bij laten bouwen. Via deze wachtkamers maakte hij onderscheid tussen degenen, die het niet zo breed hadden en slechts een gulden hoefden te betalen, en degenen die wat beter bij kas zaten. Zo hadden beide groepen ieder hun eigen wachtkamer. De patiënten kwamen overal vandaan en het steeg hem daardoor zo in zijn bol, dat hij zich officieel professor liet noemen.

Een verslaggever beschreef hem als een bijzonder karakteristieke verschijning. Hij droeg lang golvend grijs haar, dat hem een bepaalde waardigheid verschafte. Verder had hij een scherpe arendsneus, maar desondanks kwam hij toch vriendelijk over. Na een kort onderzoek stelde hij de diagnose op en daarna gaf hij de verslaggever een pakket toepasselijke kruiden. Naast zijn praktijk aan huis bezocht hij ook mensen thuis, vooral in en rond Den Haag. Zijn clientèle bestond voornamelijk uit mensen uit de hogere klasse.

Zijn succes liep zo langzamerhand behoorlijk in de gaten en hij ondervond steeds meer weerstand van reguliere artsen. Op een gegeven moment moest hij zich voor de rechter verantwoorden wegens het onbevoegd uitoefenen van de geneeskunst. Later werd hij nog enkele malen voor het gerecht gedaagd, maar hij kwam er steeds met een boete van af. In 1911 werd hij zelfs een keer vrijgesproken. Dankbare patiënten boden hem na deze uitspraak van de rechter in de rechtszaal bloemen aan en vervolgens maakte hij in een open landauer een zegetocht door Leiden. Al dit succes was op den duur niet bevorderlijk voor zijn huwelijk. Zo trok hij op een bepaald moment alleen naar Noordwijk en nam zijn intrek in het huis van de familie Riemvis in de Schäfferstraat, (nu Paralel Boulevard). Hier zette hij met groot succes zijn praktijk voort. De patiënten kwamen vooral met de tram. De tram van kwart voor negen uit Leiden werd wel spottend de Haastram genoemd vanwege het grote aantal patiënten, dat op dat moment in die tram zat. Op 21 augustus 1917 overleed hij en werd onder grote belangstelling in Voorschoten begraven.

Afbeelding

Uit de krant