Afbeelding

Van Boerenleenbank naar Rabobank

Algemeen

Op 12 februari 1912 vond er een belangrijke oprichtingsvergadering plaats om te komen tot de vestiging van een boerenleenbank in Noordwijk, die later officieel zou gaan heten de Coöperatieve Boerenleenbank Noordwijk. Tijdens deze vergadering traden er al 30 leden tot deze bank toe, er werd een nieuw bestuur gekozen en als kassier werd S. Hiep benoemd. Deze bijzonder verantwoordelijke taak van kassier heeft hij vanaf de oprichting tot 1945 vervuld. Na zijn dood werd zijn zoon P.G.W Hiep tot opvolger benoemd en later tot directeur van de bank, die inmiddels Coöperatieve Raiffeisenbank Noordwijk heette. Nog later kreeg deze bank de naam van "Coöperatieve Rabo-bank Noordwijk", die nu onderdeel uitmaakt van de Coöperatieve Rabobank Bollenstreek, gevestigd te Hillegom.

Voor de aanleiding tot de oprichting van deze bank in Noordwijk moeten we teruggaan tot het midden van de 19e eeuw. In Duitsland leefde toen een zekere Friedrich Wilhelm Raiffeisen, die in 1845 burgemeester van Weyersbusch werd, een dorp in Westfalen. Hij was een zeer sociaal bewogen mens en trok zich het lot van de armoedige bevolking sterk aan. Toen in 1846 de boeren door een misoogst waren getroffen stelde hij een soort hulpverleningsdienst in, die bijstand moest verlenen. Hij stichtte toen de eerste spaarbanken en verbruikersverenigingen t.b.v. de landbouwers. In 1864 werd in Heddesdorf de eerste leenbank opgericht, die te werk ging naar de ideeën van Friedrich Raiffeisen. Het kapitaal werd verkregen door spaargelden van leden, waarmee kredieten konden worden verstrekt. Verder kreeg het bestuur geen bezoldiging of een aandeel in de winst. Ook de leden kregen geen aandeel in de winst, maar de winst bleef voorlopig in reserve. Banken, die later volgens deze grondbeginselen in Nederland werden gesticht, kregen de naam van Boerenleenbank. De eerste boerenleenbank in Nederland werd in 1898 opgericht. Niet lang daarna volgden nog vele anderen. Zo kwam in 1912 ook Noordwijk aan de beurt. De zittingen voor bankzaken van die Noordwijkse Boerenleenbank werden elke dinsdagavond gehouden in het achterste kamertje van het woonhuis van de kassier in de Wilhelminastraat 27. Er stond een grote geldkist op tafel en een tabellarisch kasboek. Na verloop van tijd groeide de Boerenleenbank steeds verder uit en moest de inrichting van het kantoorgebouw nodig worden aangepast. In 1926 kon het zo niet langer en moest het kantoorgedeelte van de woning worden vergroot en werd er tevens een wachtkamer ingericht. Het duurde echter tot het einde van de vijftiger jaren voordat men kon overgaan tot de inrichting van een volledig kantoor, los van de woning. Deze ruimte werd gevonden in de voormalige woning in de Wilhelminastraat 33. Zo'n 20 jaar later werd ook dit pand weer verlaten. Er kwam een nieuw kantoor aan de toenmalige Zeestraat en een tweetal bijkantoren aan het Rederijkersplein en de Prins Bernhardstraat. Het pand aan de Raadhuisstraat is inmiddels weer gesloopt. Op het ogenblik zijn alle bankactiviteiten weer geconcentreerd in de Kerkstraat en staat bekend als de Rabobank.

Afbeelding

Uit de krant