| Foto: Mark Kras
| Foto: Mark Kras

Dag vlinder

Algemeen

Dagvlinders zijn rare beesten. En elke keer als ik er een zie word ik er vrolijk van. Of het nu een kleine vos is, een dagpauwoog of een citroenvlinder. Steeds weer komt er een glimlach om mijn lippen als er één voorbij fladdert. Maar wat maken die kleurrijke beestjes het leven ingewikkeld.

In de eerste plaats dat kleurrijke. Die prachtige, soms iriserende, vleugels; hoe kom je erop. Iriserend is het verschijnsel dat kleur verandert als licht er onder een andere hoek op valt. Spreeuwen en kolibries hebben veren waarbij dat gebeurt. Maar ook met de frêle schubben van de vlindervleugel gebeurt dit. Je vraagt je echt af waarom. Dagvlinders vliegen, de naam zegt het al, overdag. Dan vliegen ook tientallen soorten vogels rond die wel een sappige vlinder lusten. Al die opvallende kleuren maken je dan juist erg kwetsbaar zou je denken. In vlucht hebben vlinders daar een truc voor; ze fladderen. Ik probeer wel eens een foto te maken van een vliegende vlinder. 'Probeer' is hier het juiste woord.
Als ze eenmaal zitten, blijkt dat ze heel goed gecamoufleerd zijn. De vleugels stijf tegen elkaar aan en pas als de boel veilig is komt alle kleur tevoorschijn en warmt de vlinder zich op voor een volgende vlucht. Ja, want dat is het leven van vlinders: bijtanken met je roltong, paren en eitjes afzetten op je waardplant. Alles in het leven draait om de soort in stand houden. Ook hier maken vlinders het zich niet makkelijk.
Waardplanten zijn de planten waar de rupsen zich vol mee vreten als ze uit het ei komen. Sommige soorten hebben verschillende waardplanten. Oranjetipjes hebben look-zonder-look, pinksterbloemen en judaspenning als waardplant, zandoogjes zitten op grassen. Maar dagpauwoog, kleine vos en atalanta zitten op 1 waardplant. Dat lijkt risicovol maar hun waardplant is de brandnetel. En brandnetel houdt van de stikstof die tegenwoordig volop in onze natuur te vinden is. Duinparelmoervlinders echter hebben gekozen voor duinviooltje en hondsviooltje. De kleine parelmoervlinder is ook verbonden aan viooltjes. Dit zijn plantsoorten die ooit volop in het duin voorkwamen, maar het met de toename van stikstof in de Nederlandse natuur een stuk lastiger hebben gekregen. Staatsbosbeheer werkt hard aan het tegengaan van de effecten van de stikstof die wij mensen in de natuur brengen in het duin. De duinparelmoervlinder heb ik nog nooit gezien. De kleine parelmoervlinder wel. En dan… dan verschijnt er meer dan een glimlach op mijn gezicht.
Dit jaar houden Dunea, EIS Nederland en Staatsbosbeheer met vele natuurorganisaties het 5000soorten jaar in Nationaal Park Hollandse Duinen. Ik ben benieuwd hoeveel van die prachtige, wonderlijke rare dagvlinders er worden gevonden. Telt u mee? Kijk voor meer informatie op www.5000soortenjaar.nl

Uit de krant