Afbeelding

Niets is wat het lijkt

Algemeen Binder

Bovenstaande titel doet terecht vermoeden dat ik het boek van Tanya Byron heb gelezen en dat is ook zo. 'Niets is wat het lijkt' komt bij met regelmaat op wanneer ik mensen (soms ongewild) kritisch beoordeel. Het zorgt met regelmaat voor begrip bij de geconstateerde menselijke fouten, de bedoelde of onbedoelde missers en waarneembare blunders. Deze voor een cynisch columnist opmerkelijke benadering verrijkt mijn bestaan omdat hierdoor de humor het regelmatig wint van het voor de hand liggende cynisme, de warme kritiek de voorkeur geniet boven de noodzakelijke ongezouten mening en de voorgenomen meedogenloze linkse directe plaats maakt voor een uitgestoken hand.

Met deze instelling wordt volgens vele deskundige psychologen zelfs het leven van een kritische columnist een stuk aangenamer. Trouwe lezers zullen misschien deze milde benadering wat opmerkelijk vinden. Mijn naaste omgeving, waar men mij ervaart als een warm en empathisch mens, echter niet. Die weten dat ik de barmhartigheid zelf ben wanneer ik weer eens onheus word bejegend. Nu moet de conclusie van bovenstaande natuurlijk niet zijn dat mijn geschriften minder scherp gaan worden in de nabije toekomst. Dat zal echter niet het geval zijn. Dat beloof ik met de hand op mijn hart. Maar ik ga diezelfde hand over hetzelfde hart strijken wanneer de reacties hierop mogelijk ongenuanceerd lijken. Met nadruk 'lijken', want ik huldig vanaf nu het standpunt dat niets is wat het lijkt. De boze buurtbewoner in de column van vorige week is echt geen onaardige man, de mannen op de achtergrond in datzelfde geschrift zijn heus niet stiekem en het wijkbestuur echt wel bekwaam. Niets is wat het lijkt en dus is die aardige clubvoorzitter misschien wel niet zo aardig, de enthousiaste wethouder mogelijk wel niet zo enthousiast en de kritische columnist mogelijk helemaal niet kritisch.
U hebt het al in de gaten. Wanneer ik dit allemaal in werkelijkheid wil doorvoeren loop ik vast. En nu kom ik toch even terug op de vorige week. Want de voorzitter van de voetbalclub deed niet alleen aardig maar is in werkelijkheid echt aardig. Hij is gewoon wat hij lijkt te zijn. Een goed gastheer en een goede buur, die in volle oprechtheid de nieuwbouwplannen wilde laten zien en mogelijke bezwaren echt wilde wegnemen.
Zijn beteuterde gezicht vol verbazing en teleurstelling, omdat hij zich totaal onbegrepen voelde, staat dan ook in mijn geheugen gegrift. Deze keer eindig ik dus met een reactie die deze voorzitter een hart onder de riem moet steken. Van mij de complimenten voor de manier waarop hij is omgegaan met de omstandigheden en waarop hij als goede buur ruimte gaf aan de genodigden om hun ongezouten kritiek te spuien op de wijkontsluiting door gemeentebestuurders van ooit. Hier kwam echter de juiste kritiek gewoon op de verkeerde plek. Deze gastvrije voorzitter verdient daarom alle lof voor zijn getoonde ruimhartigheid.

Uit de krant