Afbeelding

De bloeitijd van de bollenteelt

Algemeen Van Dam tot Wurft

Noordwijk wordt nog steeds gepresenteerd als een bloemenbadplaats, maar buiten de periode, waarin de bolgewassen op het veld staan te bloeien, is hier niet zo veel meer van te merken. Dit is wel eens anders geweest, want tot midden van de vorige eeuw telde Noordwijk nog vele bollentelers, die overal in het dorp hun bedrijf uitoefende. De bollenteelt nam hier zijn grote vlucht in de loop van de 19e eeuw.

Uit het "Verslag van den Landbouw", dat rond het midden van de 19e eeuw werd gepubliceerd, staat onder meer vermeld, dat in Noordwijk meer dan 250 bloembollenkwekers waren gevestigd, met een gezamenlijke bedrijfsoppervlakte van meer dan 250 hectare. Deze forse omvang was o.a. te danken aan de ontginning van de voormalige landgoederen Haasduinen en Vinkeveld. Het ging in de 19e eeuw steeds beter met de bollen en de omvang van de bollenteelt bleef gestaag groeien tot aan de Eerste Wereldoorlog. Toen zakte de hele bollenhandel behoorlijk in elkaar en sommige bedrijven wisten nog net het hoofd boven water te houden door tijdelijk over te schakelen op groenteteelt. Na de oorlog kwam het herstel snel op gang en kwamen er nieuwe bedrijven bij. Toch was dit herstel slechts van korte duur. Rond 1930 brak de crisis in volle omvang uit. Bollen zijn een luxe artikel en vielen daardoor als eerste ten prooi aan de crisis. Vele Noordwijkse kwekers raakten op de rand van de afgrond. Hierna kwam er rond 1938 een kleine opleving. Spoedig daarna brak de Tweede Wereldoorlog uit, die wederom vele kwekers op de proef stelde. Na de Tweede Wereldoorlog ging men met veel optimisme te werk en de productie van bollen nam zodanig toe, dat er op een gegeven moment gesproken kon worden van een belangrijke overproductie. De prijzen daalden en men trachtte dit op te vangen door mechanisatie, efficiëntere bedrijfsgebouwen en bedrijfsvoering. Niettemin verdwenen tal van kwekers. Bollenvelden werden verkocht en verder gebruikt voor nieuwbouwwijken en bedrijfsterreinen. Er worden hier nog wel bollen geteeld, maar het merendeel wordt elders geteeld. Terugkerend naar Noordwijk kijken we als voorbeeld naar het bedrijf van de Gebr. De Graaff en S.A. van Konijnenburg aan de Schiestraat, dat aan het begin van de vorige eeuw werd opgericht. We zien hier een opname van de voorkant van dit bedrijf en enkele vrachtauto's met een grote groep mensen hierop. Kennelijk ging het hier om een dagje uit, maar een bus, waarin de mensen behoorlijk konden zitten, was waarschijnlijk te duur. Dus werden touwen gespannen rond de laadbak, waaraan de passagiers zich konden vasthouden. Zo werden de knechten vervoerd. Dit zou nu ondenkbaar zijn. Zelf heb ik tijdens de zomermaanden hier vakantiewerk gedaan, dat voornamelijk bestond uit het pellen van tulpenbollen. Er stonden een paar lange tafels, waar de tulpenbollen op werden gestort en dan maar zo snel mogelijk pellen. Er was een strikte scheiding tussen de oudere dames, die tot de vaste pelploeg behoorden, en de scholieren. Verder was het een drukte van belang, want voortdurend stonden sorteermachines te stampen, werden bollen in papieren zakken verpakt en werden kisten gevuld, bestemd voor de export. Nu is het hier in de zomer toch wel erg stil geworden.

Afbeelding

Uit de krant