Afbeelding

Stichting Vrije Horizon: 'IJmuiden Ver is toch goedkoper'

Politiek

windpark ♦ Windenergie op IJmuiden Ver kan veel goedkoper worden gerealiseerd dan tot nu toe werd aangenomen. Dit blijkt uit cijfers en berekeningen van ECN, en op basis van onderzoek door Ardo de Graaf Advies, bijeengebracht door Stichting Vrije Horizon (SVH). Op basis van deze onderzoeksresultaten is er alle reden om aan te nemen dat realisatie van 2100 megawatt (MW) op IJmuiden Ver goedkoper is en een economisch beter alternatief biedt dan plaatsing voor de Hollandse Kust. 

IJmuiden Ver heeft bovendien ruimte voor 6600 megawatt (MW) windenergie. Realisatie van windenergie op deze locatie betekent een enorme stap voorwaarts bij de uitvoering van het Energieakkoord. Concreet gaat het om een surplus van 4500 MW. Dat is goed voor de energievoorziening van ruim vijf miljoen huishoudens. SVH pleit ervoor om de onderzoeken nadrukkelijk te betrekken bij de besluitvorming.

In het Energieakkoord is afgesproken dat in 2023 op de Noordzee 4450 MW-windenergie gerealiseerd moet zijn. Hiervan is bijna 1000 MW gerealiseerd. De resterende 3500 MW is gepland voor de Zeeuwse en Hollandse Kust. De locaties in Zeeland zijn al aangewezen en de eerste vergunningen bij Borssele zijn inmiddels verstrekt. Voor de kust van Noord- en Zuid-Holland loopt de procedure nog. Het kabinet wil de parken, nodig om 2100 MW-windenergie te kunnen realiseren, plaatsen in het zicht van de kust vanaf 10 mijl. Naar verwachting gaat het om enkele honderden turbines van 200 meter hoog. De enige reden voor de aanleg van parken op deze afstand is, dat dit goedkoper zou zijn. Later dit jaar spreekt de Tweede Kamer over wind op zee voor de Hollandse Kust. 

Goedkoper
In een brief aan de Tweede Kamer (2016) schrijft minister Kamp dat plaatsing van windturbines voor de Hollandse Kust 1,3 miljard euro goedkoper is dan plaatsing op IJmuiden Ver. De minister baseert zich hierbij op berekeningen van ECN en Decisio. Maar door technische innovaties en door de uitgangspunten van het ECN-rekenmodel blijkt de locatie Hollandse Kust suboptimaal.

ECN-onderzoek
SVH heeft ECN gevraagd de meerkosten voor IJmuiden Ver van 1,3 miljard euro toe te lichten en op zoek te gaan naar mogelijkheden om die meerkosten te verlagen. ECN heeft daartoe de volgende mogelijkheden onderkend:

1.    De inkoopvoordelen van een grootschalige(r) aanbesteding, op één aaneengesloten locatie.
2.    De laatste technologische ontwikkelingen (grotere turbines).
3.    De financiële voordelen bij een optimalere plaatsing van de windturbines, waardoor minder 'windschaduw' optreedt en er een hogere opbrengst wordt gerealiseerd.

Deze voordelen van maximaal 1,26 miljard euro werden aan het eind van het onderzoek door ECN teruggebracht tot een verwacht voordeel van slechts 300 miljoen euro. Bovendien kon ECN het uitgangspunt, de 1,3 miljard euro meerkosten van IJmuiden Ver, niet adequaat onderbouwen, vanwege dataveroudering. ECN was niet in staat om de eigen rekenmethode aan te passen aan de laatste financiële en technische ontwikkelingen. Daarom heeft SVH de twee onderzoeksvragen opnieuw voorgelegd aan een derde partij: Ardo de Graaf Advies. 

ECN deelt wel de conclusie dat het zeer waarschijnlijk is dat het eerder berekende verschil in kosten van 1,3 miljard euro voor IJmuiden Ver ten opzichte van Hollandse Kust, op basis van de door SVH gestelde vragen, aanmerkelijk lager kan uitvallen.

Positief effect
De techniek voor wind op zee is in een innovatieve stroomversnelling terecht gekomen. De windturbines worden hoger en hebben een hoger rendement, terwijl de kosten voor de aanleg juist dalen. Dat betekent dat de overheid minder subsidies dan gereserveerd hoeft te verstrekken aan de bedrijven die de parken realiseren. Een zeer actueel voorbeeld is de tender in Borssele. Volgens het ministerie van Economische Zaken betekent het winnende bod een besparing op van € 2,7 miljard euro ten opzicht van eerdere berekeningen. 
De twee gegunde kavels in Borssele hebben betrekking op 700 MW geïnstalleerd vermogen. Dit is een vijfde deel van de totaal te realiseren hoeveelheid wind op zee in 2023. Als de door de minister genoemde besparing van € 2,7 miljard euro juist is, zou extrapolatie hiervan naar de geplande 3500 MW 13,5 miljard euro goedkoper uitpakken dan aanvankelijk werd voorzien. 
Het verschil tussen de raming van het ministerie van Economische Zaken en de werkelijkheid van de aanbesteding is mede te verklaren doordat ECN binnen het gebruikte model rekent met een onrealistische fictieve financieringsrente van 8,35 procent. Met de al gereserveerde subsidies kan, op basis van de uitkomsten van Borssele, een flink deel van de extra capaciteit op IJmuiden Ver van 4500 MW op IJmuiden Ver gerealiseerd worden.

Plus op het Energieakkoord
Beide rapporten komen tot de conclusie dat het investeringskostenverschil tussen Hollandse Kust en IJmuiden Ver veel lager is dan de modelmatig berekende 1,3 miljard euro. SVH concludeert dat ontwikkeling van 2100 MW op IJmuiden Ver goedkoper is dan voor de Hollandse Kust.
Daarmee is het argument dat de economische schade aan de kust aanmerkelijk minder zou zijn dan de meerkosten voor IJmuiden Ver niet valide, ongeacht hoe men over de schade aan de kust denkt.
Bovendien zal de plaatsing van 2100 MW op IJmuiden Ver de realisatie van de overige 4500 MW op die locatie versnellen, omdat het voorbereidende werk dan al is uitgevoerd. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid om sneller dan gepland op zee extra windvermogen te realiseren. Een plus op het energieakkoord dus, die past binnen de budgettaire kaders. 

SVH roept de politiek op de genoemde onderzoeken nadrukkelijk te betrekken bij de besluitvorming over wind op zee en stelt haar expertise graag ter beschikking.

Uit de krant